“Ik voel me echt zo’n boss ass bitch!”
Sarah Janneh is een van de vaste gezichten van Het Klokhuis, speelt in verschillende Nederlandse televisie- series en speelfilms en deed dit jaar mee aan Wie Is De Mol? – ook al moest ze helaas als eerste het spel verlaten. Als vast ensemble-lid van NITE (voorheen Noord Nederlands Toneel), het gezelschap van artistiek leider Guy Weizman, staat ze bovendien regelmatig maandenlang avond aan avond in het theater. Na producties als Witch Hunt, Exit MacBeth en Yara’s Wedding is ze momenteel aan het repeteren voor De Jacht, een voorstelling van gastregisseur Manuela Infante. Op 30 september vindt in de Stadsschouwburg in Groningen de première plaats.
Je bent naast actrice ook een waanzinnige zangeres. Wat ben je het meest, wat doe je het liefst?
“Ik ben als zangeres begonnen, maar toen ik op de vooropleiding van het conservatorium in Tilburg zat ben ik voor de grap auditie gaan doen bij de toneelschool in Amsterdam. Ik werd aangenomen en toen ik in 2016 afstudeerde besloot ik: ik ga de beste actrice worden, ik ga afstand doen van mijn zang- en musicalverleden. Maar dat was natuurlijk onzin, want ik hou veel te veel van zingen. Dus inmiddels doe ik het allebei.”
In de interdisciplinaire voorstellingen van NITE kan je het vaak combineren.
“Dat is een van de redenen waarom het een droom is die uitkomt dat ik bij dit gezelschap mag horen. Wat ik vaak merk: als ik twee uur heb staan spelen en ook één liedje heb gezongen, dan zeggen de mensen naderhand: ‘Jezus wat een stem.’ Het is net alsof muziek sneller binnenkomt. Binnenkort ga ik hier bij NITE een album opnemen, in samenwerking met Musicalmakers. Het wordt een theatraal concert waarmee we in het seizoen 25/26 gaan touren. We zijn nu bezig om een team van schrijvers en componisten te formeren en daarna ga ik mezelf opsluiten in de studio. Ik voel me echt zo’n boss ass bitch, die met allemaal grote mensen aan tafel zit en mag bepalen wat er moet gebeuren. Ik vind het zo leuk, het wordt helemaal mijn eigen ding.”
Als ik zie en lees wat je allemaal doet denk ik: hoe krijg je het in je dagen gepropt?
“Het was echt véél, afgelopen jaar. Ik heb een bioscoopfilm en een serie gedraaid, ik ben op tournee geweest met NITE, ik doe standaard Het Klokhuis en ineens kreeg ik ook nog een heleboel andere aanbiedingen, ik denk omdat ik heb meegedaan aan Wie Is De Mol? Ik heb heel veel aangenomen, omdat ik er zo lekker in zat. Maar een sociaal leven had ik daardoor niet echt. Ik heb mijn vrienden in Amsterdam wel echt gemist.”
Voor het vorige nummer van dit blad sprak ik toevallig met acteur Jesse Mensah…
(roept uit): “Dat is mijn allerbeste vriend!”
Haha, ja zo riep hij dat ook: ‘Sarah is mijn beste vriendinnetje!’
“Jesse is mijn allessie. We kennen elkaar van de toneelacademie. Hij heeft een beetje hetzelfde leven als ik, dat is fijn omdat we van elkaar snappen hoe dit soort schema’s werken en dat je soms even helemaal verdwijnt. Als ik aan het repeteren ben, dan ben ik helemaal hier, dan woon ik in Groningen. Ik heb hem nu bijvoorbeeld al twee weken niet gezien, dat is echt heel lang voor ons. Maar we spreken elkaar wel elke dag.”
Hoe vind je het hier eigenlijk, als Brabantse Amsterdammer in Groningen?
“Ik vind Groningen geweldig. Maar ik ben hier vooral voor het gezelschap, voor het warme bad dat NITE is. Ik ben heel trots dat ik de helft van mijn jaar met deze prachtige mensen mag doorbrengen.”
Je hebt inmiddels al vier grote voorstelling gespeeld met dit gezelschap. Welke vond je tot nu toe de mooiste?
“Before/After. Dat was gewoon een Zwitsers uurwerk. Hoe al die disciplines en elementen in elkaar overliepen… Het is echt heel jammer dat die voorstelling maar zo weinig kon worden gespeeld door corona. Yara’s Wedding vind ik ook geweldig. We zijn genomineerd voor het Nederlands Theaterfestival; ik kan niet wachten tot we die voorstelling daar weer drie keer mogen spelen. Het is een voorstelling die heel dicht bij mijn hart ligt, wat betreft verhaal en thematiek.”
Yara’s Wedding gaat over discriminatie en vooroordelen. Loop jij daar zelf in je werk ook tegenaan?
“Ik kom natuurlijk wel eens wat obstakels tegen. Hier bij NITE niet, dit gezelschap is zo inclusief en divers, je voelt dat iedereen hier wordt gerepresenteerd. Maar dat is niet overal zo. Ik ben bijvoorbeeld nog steeds best vaak de enige zwarte acteur op de set.”
Heb je het gevoel dat je daardoor een ‘taak’ hebt, omdat jij op die positie staat?
“Ik denk dat als je een platform hebt, je de verantwoordelijkheid hebt om te proberen de wereld een beetje mooier te maken. Ik ben zelf niet zo erg activistisch, maar ik vind mijn generatie wel echt vet; er staan veel mensen op de barricaden om dingen te veranderen en bespreekbaar te maken. Ik voel heel sterk dat deze generatie veel kan doen voor de generatie onder ons.”
Op Instagram plaats je regelmatig foto’s waarop je trots en vrij expliciet je lichaam toont. Is dat een persoonlijke bevrijding, of zit er meer achter?
“Het begon als reactie op de vele nare berichten die ik voortdurend krijg. Mensen die mijn lijf lelijk vinden. Mensen die tegen me zeggen dat ik moet afvallen. Of onder een foto de opmerking typen: ‘Zo kijk je natuurlijk als je taart ziet.’ Echt, doe normaal, ik lust geeneens taart. Als je een beetje een publiek figuur wordt vinden mensen blijkbaar dat ze alles tegen je kunnen zeggen en dat ze je lekker kapot mogen maken achter hun laptopje. Dus ik plaatste een nogal pontificale foto, met twee opgestoken middelvingers: deze is voor alle motherfuckers die denken dat ze de ruimte mogen innemen om mij te beledigen.
Ik kreeg toen uiteraard nog veel meer shit over me heen, maar ik besefte inmiddels ook dat het over iets groters ging. Ik heb me in mijn jeugd nooit gerepresenteerd gevoeld. Ook op de toneelschool niet. Daardoor heb ik altijd het gevoel gehad dat ik moest afvallen, dat ik aan een bepaalde norm moest voldoen. Als je voller bent – of dikker, hoe je het wil noemen – word je standaard bestempeld als ongezond en ongelukkig. Maar ik voel me goed en ik ben gezond; ik sta zeven dagen per week op een podium. En als ik mij goed voel in mijn lijf, heeft niemand daar iets over te zeggen. Ik doe het dus ook weer voor die jongere generatie. Er zijn nieuwe, diversere rolmodellen nodig. Het is belangrijk om iemand te zien die op jou lijkt, met wie je je kunt identificeren, want daardoor voel je je gezien.”
Je bent momenteel aan het repeteren voor de voorstelling De Jacht. Kun je er iets over vertellen?
“Het gaat over hoe we ons als mens vandaag de dag verhouden tot de natuur. Aan de ene kant willen we de natuur temmen en naar onze hand zetten, tegelijkertijd hebben we een romantisch idee van de natuur en willen we er onderdeel van zijn. De discussie rondom de terugkeer van de wolf in Nederland is daar een mooi voorbeeld van.
We zijn met vijf acteurs en twee muzikanten van Slagwerk Den Haag. We hebben de voorstelling samen met de regisseur op de vloer gemaakt. Het is geen verhaal met een plot, maar een reeks losse sketches die samen een geheel vormen.”
De regisseur is Manuela Infante, een Chileense theatermaker die wereld- wijd bekendstaat om haar filosofisch- theatrale benadering van actuele vraagstukken. Hoe is het om met haar te werken?
“Heel inspirerend. En ze is heel lief en open, je voelt je helemaal op je gemak bij haar. We zijn het repetitieproces begonnen in een setting van improviseren, en dat vinden acteurs vaak een beetje … of laat ik het bij mezelf houden: ik vind dat altijd best wel eng. Ik hou gewoon van een script en dat ik van daaruit mijn personage kan maken. Maar doordat Manuela zo gevoelig is voor hoe iedereen in z’n vel zit, creëert ze zo’n veilige werkomgeving dat we gewoon heel vaak op onze bek durven te gaan en lelijke dingen durven te doen. Dus ja, ik ben wel echt dol op haar.”
Nog heel even over Wie Is De Mol? Hoe erg was dat, om er als eerste uit te gaan?
“Verschrikkelijk! Je weet van tevoren dat iemand de eerste moet zijn, en toen was ik dat dus. Maar het was een geweldige ervaring. Ik heb heel veel lol gehad op het afvallerseiland, we hadden zo’n leuke groep, ik heb vrienden voor het leven gemaakt.”
En intussen wist niemand in je omgeving waar je uithing?
“Nee. Het was echt liegen geblazen. Ik mocht één iemand in vertrouwen nemen.”
Ik denk dat ik weet wie.
“Ja.”